Christelijk: Putten
In de geschiedenis van Putten staan kloosters centraal. Uit papieren uit 855 lezen we dat een
Friese edelman zijn bezittingen schenkt aan het Sint Ludgerusklooster. Tot die klooster, liggend
in het Ruhrgebied, behoort ook Putten en omgeving. In 1559 ruilde het klooster Ludgerus bezittingen
(waaronder Putten) tegen goederen van het klooster Abdinckhof bij Renkum. Delen van Putten
behoorde al eerder tot dit klooster, namelijk vanaf 1031.
De bezittingen van de klooster moesten bestuurd worden. Dit werd gedaan vanuit filialen, omdat de
afstanden in die tijd moeilijk te overbruggen waren. De Kelnarij was het hof waarvan het klooster
Abdinckhof haar bezittingen bestuurde. Dit hof behoorde vanaf 1031 tot de kerk van Putten.
Aan het hoofd van het Puttense hof stond een villicus, een wereldrijk figuur. Later nam een
geestelijke uit het klooster het bestuur over. Hij werd een kellenaar genoemd, afgeleid van
celleranius. Door deze naamsverbastering bleef het hof de Kelnarij bekend in de geschiedenis van
Putten.
De laatste kellenaar bleef na het opheffen van de Kelnarij (1803) nog jarenlang pastor in Putten
(1843).
Bronvermelding:
http://www.hervormdputten.nl/